Een nieuw woord: de identiteit van een groep baseren op hoe je samenwerkt in plaats van wat je samen precies bent. Dat was een ontdekking die voortvloeide uit een dialoog over samenwerken. De groep – bestaande uit meerdere organisaties die in één gebouw gehuisvest zijn – bleef haperen bij de vraag op welk gebied ze nu wel en of juist niet moesten samenwerken. De documenten gaven geen uitsluitsel, terwijl ze er al meer dan een jaar uit probeerden te komen.
Ze wisten wel, dat als een onderwerp zich aandient, ze door een goed gesprek en het nalopen van enkele vragen zouden weten of en hoe hun samenwerking vorm te geven. Ze kennen het proces waardoor helder wordt of iets deel uitmaakt van wie ze willen zijn. Ze hebben dus wel een “procesidentiteit”.
Het gaf een enorme opluchting zich te realiseren dat ze iedere nieuwe situatie met deze procesidentiteit zouden kunnen oplossen. Wat ook opluchtte is dat ze nu het heen-en-weer gesprek over hun precieze identiteit konden loslaten. Want eigenlijk is die identiteit niet sluitend te vatten in een snel veranderende context. Zo’n identiteit is bewegelijk. En zodra een identiteit wel wordt vastgesteld en vastgezet, kan het ook een beperkende en dwingende vorm krijgen omdat de omgeving voortdurend verandert. Hierdoor kun je het samenwerken uit het oog verliezen en vermoeid raken van eindeloze gesprekken.
Ik vond het een boeiende uitkomst en fantaseer nu verder hoe dit begrip in samenwerking ruimte en uitsluitsel kan geven. Nu ik erover nadenk, zie ik dat duurzame samenwerkingsverbanden waar ik deel van uitmaak, dat proces helder hebben van hoe we willen samenwerke . En niet geheel toevallig is dialoog dan een wezenlijke component. Dialoog in de zin van een onderzoekend gesprek waarin ieders inbreng waardevol is en het delen van ervaringen wezenlijk.
Geef een reactie