Iemand die ik coach vroeg me een tijd geleden: “Hoe dóe je nu compassie?” Dat is een boeiende vraag, waar ik nu al wekenlang op aan het kauwen ben. Hoe doe ik dat eigenlijk? Wat is compassie eigenlijk?
Om met dat laatste te beginnen. Compassie is de ander zien en nemen zoals hij is en kunnen meevoelen met de ander. Je voelt niet precies hetzelfde als de ander, maar kunt je erin verplaatsen. Daarbij komt Compassie voelen ook dichtbij empathie; de vaardigheid om je in de ander te verplaatsen. Compassie is voor mij echter meer en dat heeft te maken met het zien en accepteren van de ander zoals hij is. Ik zie de ander met alles erop en eraan, alles wat leuk is en ook wat lastig is. Ik houd mezelf niet voor de gek door het beeld dat ik van de ander heb op te poetsen of wazig te maken. Gewoon onder ogen zien wat er is.
Ik merk dat hoe meer mensen ik leer kennen hoe gemakkelijker ik compassie voel. Door het steeds groter aantal levensverhalen dat ik hoor, is mijn overtuiging gesterkt dat iedereen een boeiend verhaal heeft waarom hij is zoals hij is en groeit compassie vanzelf.
Dus compassie is de ander helemaal zien. En dan nu “compasssie dóen”. Dan gaat het over compassie in de interactie met de ander. En dan niet de interactie met leuke gezellige mensen, maar juist met die persoon waarmee het stroef kan gaan. Een voorbeeld waarbij ik zelf het “compassie doen” intens heb ervaren was de volgende situatie:
Ik was uitgenodigd voor een lastig gesprek met iemand die bekend stond om zijn unfaire bejegening. Ik kende hem goed, mocht hem erg graag en hij had mij nooit unfair bejegend. We zaten aan tafel met een spannend onderwerp op tafel. Na wat inleidende zinnen koos mijn gesprekspartner tot mijn verrassing een harde aanvallende aanpak. Hij dreef me in de hoek en ik realiseerde me dat ik voor een keuze stond: terugvechten of compassie doen. Ik besloot goed te gaan zitten, diep adem te halen en níet mee te gaan in het vechten. Terwijl ik praatte – ik weet niet meer wát ik zei – straalde ik uit dat ik weer met de “gehele” persoon wilde spreken en niet alleen met het boze deel. En tot mijn verbazing boog het gesprek weer in het gezamenlijk onderzoeken wat er aan de hand was en hoe we het zouden oplossen, in plaats van de aanval. Het was een wonderlijke ervaring.
Uit deze en andere ervaringen leid ik af dat “Compassie dóen” de volgende elementen in zich heeft:
- Oprechte interesse in de ander, willen weten hoe het zit en wat de ander beweegt.
- Jezelf naast de ander plaatsen – niet erboven en niet eronder
- De emoties van de ander zien en respecteren, maar er niet automatisch in meegaan
- Bij jezelf blijven – voor mij helpt daarbij rechtop zitten, voeten stevig op de grond, ontspannen armen en vingers en mijn buik ruimte geven om te openen (volgens mij zit compassie namelijk in de buik)
- Steeds bij jezelf blijven nagaan wat je wil – in het hier en nu.
Tot slot een mooie uitspraak van Paul Ferrini over “compassie doen”.
Compassion
Your compassion arises
when your ability to love
no longer depends
on how others treat you.
Noot van een taoïst :-): compassie huist in het energiecentrum rond je hart. Maar om ‘compassie te doen’ heb je een sterk eigen anker nodig en dat is je buik! Mooi onderwerp…
In het Hebreeuws is het woord voor compassie Rechem. Het betekent ook barmhartig, ingewanden, baarmoeder en tedere liefde. Daar ligt de nadruk dus meer op de buik dan het hart.
Nog andere oorsprongen?
Mooie bespiegeling, Renate.
In het voorbeeld dat je beschrijft, zou je dan ook kunnen benoemen wat je voelt (nl dat je uitgenodigd wordt om terug te vechten, maar dat je daar niet voor kiest)? Zou dat een ander effect hebben gehad op het gesprek?