Procesidentiteit – 2

Procesidentiteit – 2

Je kunt de wereld haast niet meer vatten in modellen en structuren.

Door de veranderlijkheid en de continue dynamiek is een leefgemeenschap iets levend. De mens in de leefgemeenschap ontwikkelt zich, relatiesen afhankelijkheden veranderen, de context wijzigt, kennis in de deelnemers ontwikkelt, ervaringen doen het systeem en de mens leren. Samen ontdek je hoe het samenwerken en/of samenleven het beste werkt en boek je voortgang.

In een leefgemeenschap heb je er veel meer aan te weten hoe je ergens uit kan komen of hoe je iets oplost. Het gaat meer om goed werkende processen die overal en altijd toepasbaar zijn, dan dat je iets in vastliggende afspraken of structuren probeert te regelen.

Het gaat in (nieuwe) leefgemeenschappen en netwerken dus niet meer om de organisatievorm, maar om het organisatieproces.

  • Hoe delen we informatie?
  • Wat doen we als belangen botsen?
  • Volgens welk proces nemen we beslissingen en kiezen we wie betrokken is?
  • Hoe reageren we op impulsen uit de omgeving?

Het gaat er niet meer om dat iedereen zich in een leefgemeenschap aanpast en schikt, maar hoe je in een leefgemeenschap afstemt en heldere relaties onderhoudt.

Procesidentiteit

Procesidentiteit

Een nieuw woord: de identiteit van een groep baseren op hoe je samenwerkt in plaats van wat je samen precies bent. Dat was een ontdekking die voortvloeide uit een dialoog over samenwerken. De groep – bestaande uit meerdere organisaties die in één gebouw gehuisvest zijn – bleef haperen bij de vraag op welk gebied ze nu wel en of juist niet moesten samenwerken. De documenten gaven geen uitsluitsel, terwijl ze er al meer dan een jaar uit probeerden te komen.

Ze wisten wel, dat als een onderwerp zich aandient, ze door een goed gesprek en het nalopen van enkele vragen zouden weten of en hoe hun samenwerking vorm te geven. Ze kennen het proces waardoor helder wordt of iets deel uitmaakt van wie ze willen zijn. Ze hebben dus wel een “procesidentiteit”.

Het gaf een enorme opluchting zich te realiseren dat ze iedere nieuwe situatie met deze procesidentiteit zouden kunnen oplossen. Wat ook opluchtte is dat ze nu het heen-en-weer gesprek over hun precieze identiteit konden loslaten. Want eigenlijk is die identiteit niet sluitend te vatten in een snel veranderende context. Zo’n identiteit is bewegelijk. En zodra een identiteit wel wordt vastgesteld en vastgezet, kan het ook een beperkende en dwingende vorm krijgen omdat de omgeving voortdurend verandert. Hierdoor kun je het samenwerken uit het oog verliezen en vermoeid raken van eindeloze gesprekken.

Ik vond het een boeiende uitkomst en fantaseer nu verder hoe dit begrip in samenwerking ruimte en uitsluitsel kan geven. Nu ik erover nadenk, zie ik dat duurzame samenwerkingsverbanden waar ik deel van uitmaak, dat proces helder hebben van hoe we willen samenwerke . En niet geheel toevallig is dialoog dan een wezenlijke component. Dialoog in de zin van een onderzoekend gesprek waarin ieders inbreng waardevol is en het delen van ervaringen wezenlijk.

Hoe diep kun je je online verbinden?

Om me heen hoor ik deze dagen zeggen dat online videomeetings echt een uitkomst bieden.  En ik hoor ook dat de kwaliteit van online niet te vergelijken is met een echt fysiek treffen.

Maar is dat laatste waar? Klopt het dat een fysieke meeting een hogere ‘ontmoetingskwaliteit’ heeft?

Het is een onderzoek dat me al een tijdje bezighoudt en daarom bevraag ik mezelf en mensen om me heen erover.

  • Wat maakt een fysieke ontmoeting beter dan online?
  • Wat mis je als je elkaar online ontmoet? Wat zijn voordelen van online?
  • In hoeverre kun je online aanvoelen of horen of zien hoe het met de ander gaat?
  • Hoe open en eerlijk druk je jezelf online uit?
  • Wat is behulpzaam om je online veilig te voelen om je uit te spreken?
  • In hoeverre kun je nabijheid ervaren als je online in gesprek bent?
  • Wat is de toegevoegde waarde van elkaar kunnen aanraken?
  • Welke energetische verschillen ervaar je tussen online en fysiek ontmoeten?

Mijmerend over deze vragen kom ik steeds meer tot een nieuwe overtuiging. En deze overtuiging luidt dat er online veel meer en diepere verbinding mogelijk is dan ik ooit voor mogelijk had geacht. De beperkingen van wat er online mogelijk is, wordt veel meer door mijn denken bepaald dan door wat ik feitelijk ervaar.

Want feitelijk ervaar ik online zeer geregeld grote nabijheid. Ik ervaar – net als via de telefoon – dat ik heel persoonlijke en intieme ontmoetingen heb. Dat ik me getroost kan voelen als ik huil. Dat ik me opgeladen voel na een uitwisseling met mijn collega’s. En ook dat ik alles om me heen en mezelf even vergeet en IN het gesprek ben met elkaar.

Het is pionieren hoe we een prettige plek maken van een ongemakkelijk omgeving. Verken je mee wat de mogelijkheden zijn in de online ontmoeting? Hoe kunnen we hier meer mee? Kan het zijn dat er – eendachtig de quantum mechanica – eigenlijk geen afstand is tussen ons, omdat we ‘interconnected’ zijn en dat we dat ook steeds meer kunnen ervaren als we ons daarvoor openstellen?

Onderstromen in Duitsland

Anselm Kiefer
Anselm Kiefer – Dein goldenes Haar, Margarete

In 2016 schreef ik een artikel over onderstromen in de Duitse samenleving. Ik vond het een spannend onderwerp, omdat ik toen nog niet zo lang in Duitsland woonde en me afvroeg of ik recht van spreken had. Inmiddels ben ik bijna vier jaar verder en verdiep ik me in wat dialoog kan betekenen voor collectief trauma. Een online conferentie daarover maakte dat ik er helemaal ingedoken ben.

Daardoor herinnerde ik me wat ik in 2016 deed in relatie tot het collectieve trauma van Duitsland. Dat trauma voelde ik als nieuwkomer af en toe duidelijk. Ik haalde het artikel van stal, vertaalde het met wat hulp in het Duits en deel dat nu graag met wie interesse heeft.

Het artikel vertelt over mijn ontdekkingen in Duitsland over de Tweede Wereldoorlog, over Duits trauma, over de vluchtelingencrisis van 2013-2016 en hoe dat alles met elkaar te maken heeft. Ik organiseerde drie dialogen om meer te begrijpen over de onderstroom in Duitsland.

Artikel Onderstromen in Duitsland
Artikel Unterströme in Deutschland

Innerlijke dialoog

[:nl]Rodin zittende baadsterSinds jaar en dag draag ik deze kaart van de zittende baadster van Auguste Rodin uit 1906 als boekenlegger met me mee. Ik heb de kaart zelfs gelamineerd zodat ie mooi blijft. Het beeld trok me aan, ontroerde me en gaf me iets van je ne sais quoi.
Maar nu – zo’n twintig jaar later – heb ik ontdekt wat ik zo mooi vind aan het beeld. Met haar hoofd naar voren gebogen en al friemelend aan haar tenen, is ze naar binnen gericht. Ze luistert naar wat er binnen in zich afspeelt. Ze mijmert wat of probeert iets te bevatten. Ze voert een innerlijke dialoog. Ze zoekt naar woorden voor iets wat nog niet gezegd is. Het ongezegde in haarzelf. Ze onderzoekt, verkent en vertraagt.

Hoe mooi is dat! Auguste Rodin heeft die innerlijke dialoog prachtig vormgegeven. Zo natuurlijk, zo invoelbaar. Zo’n mooi beeld om bij me te dragen en iedere keer te zien als ik een boek opensla.

En deze innerlijke dialoog is – naar ik nu ontdek – exact wat ik in de uitoefening van mijn werk beoog. Want mijn werk beschrijf ik als: “Een soort ontdekkingstocht naar wat nog niet gezegd wordt en wat je nog niet onder woorden kunt brengen, maar wat je wel kan helpen jezelf en de ander beter te begrijpen.” Dit beeld past dus verrassend genoeg helemaal bij mijn missie mensen te stimuleren de innerlijke dialoog te voeren.

Afgelopen maand deed ik een training bij René Maas om juist dat versterken van die innerlijke dialoog nog beter te leren. Hij leerde me iets nieuws, namelijk mijn vragen aan mensen om te bouwen. Van vragen die ertoe oproepen de vraag in mijn richting te beantwoorden, naar vragen die ertoe aansporen te luisteren naar wat er in henzelf omgaat en dat proberen onder woorden te brengen. Een voorbeeld. In plaats van te vragen: Hoe ga je om met wantrouwige mensen?, zal ik nu vragen: Hoe is het voor je om met wantrouwige mensen om te gaan? Wat gebeurt er met je als je wordt geconfronteerd met een wantrouwige persoon? Hoe ervaar je dat? Wat voel je? En wat betekent dat voor je? Het gaat er niet om mij als coach of dialoogbegeleider te antwoorden, maar jezelf te antwoorden. Het was me nog nooit zo duidelijk waar het me om gaat.[:]

U.Lab: community of practice

The past months I have been taking a online-to-offline course, which changed around my life in Germany :-). The course is called “Transforming Business, Society, and Self with U.Lab“. I already wrote about it a little bit on this blog.

The local hub (ULAB Frankfurt) was a home coming experience and it woke up my creativity. The greatest insight I got was realizing that the group of people in the hub is “holding me”, while I am doing my work and projects: I no longer feel like I must do it by myself. Maybe this sounds like a truism. But this was the first time in my life that I could really FEEL it and not only THINK it.

We created what is called a “community of practice”. We come together every week on Thursdays (15.00-20.00). We start with a check-in about how everyone of us is doing. The past few times we got 3 minutes each and that worked quite well. We write down questions that pop-up or that we have taken with us and write them down on a big piece of paper in the middle of our circle. Usually it is quite clear which question(s) we are going to work with, and other times we vote by placing three votes on the paper (eg. three different items or three votes for one item).

I realized that working together each week is important to me. If you miss one session, it’s not so bad because you see each other soon again. Where as if you meet once every month of every two weeks, missing one session means not meeting for one or two months. Of course it is a commitment and a time investment every week and we don’t expect everybody to be there every week, but for me it works well.

This rhythm marks for me the difference between the U.Lab and other communities/ networks I am part of (eg. Pioniers in Authentiek Leiderschap, Adviseurs in Dialoog). By meeting on a weekly base it becomes a space where special ánd regular questions can be worked with. And the group members have become my “colleagues”, which is important to a self employed like me, who also likes to be around other people.

The way we work on questions is quite similar to other communities and groups I have been part of: dialogues, social presencing theatre, market place of questions and answers, journaling, meditations, physical exercises, breaks (!), flow lab, constellation work, exercises based on theory u, spiral dynamics, always trying to approach a question from on integral perspective (many perspectives at the same time). We try to be creative and of course we have a lot of creativity in the group 🙂 (like all groups by the way…).

widerstand2Very often a question of one group member is a theme for more members and therefore we are learning individually and as a group each week. Like all normal groups we also had some tense and complicated situations during the past months (drawing by Christiane Lünser). These situations were very helpful to find out what values we live by and what ways we want to interact. The Theory U-concept itself helped us to “stay with it”. To observe, observe and observe. To try and keep an open mind, open heart and open will, even in a stressed situation. Overcoming moments like that as a group made our courage, compassion and curiosity grow.

If you have any questions, please post them below. Or if you want to join us, please let us know.

Thank you all: Karin, Elke, Thomas, Angelika, Ashraf, Yannis, Holger, Helga, Christiane, Daniela, Hans-Henning, Ruth, Ali, Claudia, Michelle, Sherin, Eva, Olesya, Christian, Martina, Isabelle, Bettina, Hartmuth, Doerte, Sebastian, Ben and more.
And I am looking forward to continuing in 2016!

De broers

Rillend in het bos
zoeken ze een veilig heenkomen
en hebben een leger gemaakt
tegen elkaar aanliggend
de broers
ze houden zich stil

De slaap trekt
de honger bonkt
ze raken in iets tussen slapen en waken

De bomen lichten op
zaklantaarns of iets anders
het licht
een zachte stem als die van hun moeder

Lieve jongens, lieve lieve stouterds
kom bij me, ontspan je
jullie hebben het koud
probeer wat te slapen
in mijn armen.

De broers
ze laven zich aan de warmte
ze is lief voor ze, hebben ze dat wel verdiend?
ze geven zich langzaam over
aan deze geborgenheid
ze geven zich over
het is te groot om te weerstaan
de kou en de honger verdwijnen
de boosheid en angst schuiven naar de achtergrond
ze ontspannen

Ze proberen te begrijpen dat ze deze liefde krijgen
na wat ze gedaan hebben
maar daar is geen begrijpen aan
ze komen er met denken niet uit
het is zo sterk dat niets anders
dan overgave hun rest
de krachten zijn onweerstaanbaar
ze laven zich
en worden niet meer wakker in hun oude doen.

Nuttig en belangwekkend

imageDeze dagen heb ik minder om handen dan vroeger. Alhoewel ik een leuke lijst met wensen heb, heb ik moeite met de leegte. Die ledigheid maakt dat weinig urgent voelt en dat ik dus kan aanrommelen. Dat voelt echter als verspilling. Ik wil nuttige en belangwekkende dingen doen. Maar daar zet ik mezelf niet zomaar toe door gebrek aan urgentie. Deze spiraal van gedachten en gevoelens doet vervolgens haar werk met mijn gemoed.
Er komt mist op. Daarin verdwijnt de tijd en soms meer dan dat. Ik raak verwijderd van mijn kern en voel me wegglijden. Ontevreden over mezelf, onzeker over mezelf. De twijfel slaat toe. Allemaal herkenbare oude patronen in mijn hoofd.
Wat te doen? Wat heb ik de afgelopen jaren geleerd dat me nu kan helpen?
Het antwoord is simpel: in het nu zijn. Dan voel ik het vertrouwen terugvloeien en ben ik bereid met het leven mee te bewegen. Dan voel ik me krachtig en gesteund. Dan is het kleurrijk. Ik voel energie bubbelen van binnen en kom als vanzelf in beweging.
Ik word deze periode voortdurend met deze eenvoudige les geconfronteerd. Als ik denk dat ik het onder de knie heb, ben ik het de volgende dag weer vergeten. Opnieuw, steeds opnieuw moet ik kennelijk ervaren dat het helpt in het nu te zijn. Ik merk wel ietsje sneller als de mist komt opzetten en wat me dan te doen staat. Maar echt beklijven doet het nog niet, dat vergt kennelijk meer oefening.
Een ongebruikelijke manier van leren, omdat het niet meteen goed gaat nu ik de oplossing ken. Zo anders dan leren met mijn hoofd.
Deze periode besteed ik dus aan het waarachtig laten doordringen van deze simpele maar wezenlijke les. Iedere dag opnieuw en kleine stapjes vooruit en achteruit en weer vooruit. En dat is goed en dat is genoeg. En eigenlijk ook wel nuttig en belangwekkend.

Een toegankelijke Thomas Piketty

If a book is a hype I usually look away (childish maybe…). But yesterday the author Thomas Piketty was interviewed for 1,5 hours in Amsterdam by journalist Joris Luijendijk. I was fascinated by this talk. Piketty did extensive research on the distribution of wealth. He has some worrying conclusions. Slow down for a while and watch!

Assessment maken

assessmentsAssessments doen – en al helemaal een rollenspel – vinden mensen heel spannend. En dat snap ik wel. Want je komt in een situatie waarin je laat zien in hoeverre je feitelijke gedrag overeenkomt met je theorie over hoe je je zou willen gedragen.

Niet zelden ontdekken mensen door de observaties die ze terugkrijgen, dat er licht zit tussen hoe ze zich gedragen en hoe ze zich zouden willen gedragen. Of zelfs hoe ze denken dat ze zich gedragen hebben tijdens een rollenspel.

Alweer ruim zeven jaar geleden overkwam mij dat. Het rapport van de observator was confronterend. In hevige staat van ontkenning leverde ik slag met haar via de mail over de conclusies van het rapport. Het deed mij onrecht, schreef ik. Ze zag niet wie ik werkelijk was. Wat ze had gezien kwam niet overeen met mijn theorie over hoe ik me gedroeg.

Nu krijg ik zulke mails en telefoontjes, omdat ik assessments afneem en daarover rapporten schrijf.

Dat was voor mij aanleiding om dat oude assessmentrapport – dat ik net niet had verscheurd – weer eens terug te lezen. En met wat schaamrood op de kaken, las ik in het rapport dat de zinsneden waarover ik heftig was gevallen toch iets bij me hadden aangeraakt. Ze schreef: “Gaat de confrontatie niet werkelijk aan”, “Is niet uit op draagvlak” en het ergste “Onvermogen om werkelijk contact te maken”. Ik ontdekte dat het benoemen van wat ze tijdens het assessment had gezien bij mij een ontdekkingsproces in gang had gezet.

Pas nu – na zeven jaar – kan ik zien dat ik met die drie punten aan de slag ben gegaan. Ik word steeds beter in het benoemen van mijn grenzen en – in het verlengde daarvan – mag van mezelf steeds vaker niet op draagvlak uit zijn. Maar “onvermogen werkelijk contact maken”. Wat zou ze daarmee nou bedoeld hebben? Ik weet dat ik makkelijk contact leg, dat mensen me snel vertrouwen en over wezenlijke dingen met me in gesprek gaan. Maar delen wat mijzelf ten diepste beweegt, dat doe ik niet snel. Een vriendin nodigde mij daartoe laatst heel expliciet uit en dat was fijn. Het is niet dat ik het wezenlijk niet wil of durf te delen. Het is meer dat ik de woorden niet kan vinden, dat het moment voorbij gaat of dat ik een vraag nodig heb om op gang te komen. Zou ze dat bedoeld hebben toen ze schreef over mijn “onvermogen werkelijk contact te maken”? Dat het niet wederzijds is, dat ik wel luister en vraag maar niet spreek en mijn diepste wezen onvoldoende aan andere mensen laat zien? Ik weet het niet en zij waarschijnlijk ook niet meer. Het rapport heeft destijds in ieder geval een ontdekkingsproces in gang gezet en daar pluk ik nu de vruchten van.

Dan terug naar de assessments van nu. Vandaag schreef ik weer een casus voor een rollenspel. Ik schrijf deze zodanig dat de kandidaat alle gelegenheid heeft te laten zien wat hij of zij in huis heeft. Niet om te tonen dat hij of zij het schaap met vijf poten is dat de werkgever zoekt. Maar dat de kern van wat nodig is voor de functie past bij de sollicitant en dat de kern van de sollicitant past bij de functie. En als ik na het rollenspel het assessmentrapport schrijf, zeg ik wat ik heb gezien. Niets meer en niets minder, ook al is het confronterend. Daar hebben de mogelijke werkgever en de sollicitant het meest aan. Ook al is de opbrengst misschien pas na zeven jaar waarneembaar.