Jezelf aansturen

Jezelf aansturen

Jezelf aansturen gaat over bij jezelf blijven, op jezelf leunen of leunen überhaupt. 

Jezelf aansturen gaat goed als je:

  • een goede verhouding weet te vinden tussen actie en rust, pauzes neemt
  • je gevoelens kunt omarmen, kunt toelaten, een beeld kunt maken van je emoties
  • van een grote berg, kleine stukjes kunt maken, die hanteerbaar/haalbaar zijn
  • je impulsen gaat herkennen en kunt kiezen tussen jezelf zijn of je aanpassen (daarin minder reactief zijn)
  • afstemming op jezelf goed gaat: waardoor je kunt voelen wat juist is; waardoor je weet wat je wilt, wat je behoeftes zijn.
  • En tijd nemen helpt altijd.
  • Evenals de gedachte dat je altijd overal op mag terugkomen.

Dit is een korte samenvatting van een dialoog over dit onderwerp in een groep van zeven personen. Tijdens de dialoog onderzochten we hoe het jezelf aansturen bij ieder van ons in de praktijk werkt en daarna vonden we deze rode draad in onze uitwisseling.

Procesidentiteit – 2

Procesidentiteit – 2

Je kunt de wereld haast niet meer vatten in modellen en structuren.

Door de veranderlijkheid en de continue dynamiek is een leefgemeenschap iets levend. De mens in de leefgemeenschap ontwikkelt zich, relatiesen afhankelijkheden veranderen, de context wijzigt, kennis in de deelnemers ontwikkelt, ervaringen doen het systeem en de mens leren. Samen ontdek je hoe het samenwerken en/of samenleven het beste werkt en boek je voortgang.

In een leefgemeenschap heb je er veel meer aan te weten hoe je ergens uit kan komen of hoe je iets oplost. Het gaat meer om goed werkende processen die overal en altijd toepasbaar zijn, dan dat je iets in vastliggende afspraken of structuren probeert te regelen.

Het gaat in (nieuwe) leefgemeenschappen en netwerken dus niet meer om de organisatievorm, maar om het organisatieproces.

  • Hoe delen we informatie?
  • Wat doen we als belangen botsen?
  • Volgens welk proces nemen we beslissingen en kiezen we wie betrokken is?
  • Hoe reageren we op impulsen uit de omgeving?

Het gaat er niet meer om dat iedereen zich in een leefgemeenschap aanpast en schikt, maar hoe je in een leefgemeenschap afstemt en heldere relaties onderhoudt.

Procesidentiteit

Procesidentiteit

Een nieuw woord: de identiteit van een groep baseren op hoe je samenwerkt in plaats van wat je samen precies bent. Dat was een ontdekking die voortvloeide uit een dialoog over samenwerken. De groep – bestaande uit meerdere organisaties die in één gebouw gehuisvest zijn – bleef haperen bij de vraag op welk gebied ze nu wel en of juist niet moesten samenwerken. De documenten gaven geen uitsluitsel, terwijl ze er al meer dan een jaar uit probeerden te komen.

Ze wisten wel, dat als een onderwerp zich aandient, ze door een goed gesprek en het nalopen van enkele vragen zouden weten of en hoe hun samenwerking vorm te geven. Ze kennen het proces waardoor helder wordt of iets deel uitmaakt van wie ze willen zijn. Ze hebben dus wel een “procesidentiteit”.

Het gaf een enorme opluchting zich te realiseren dat ze iedere nieuwe situatie met deze procesidentiteit zouden kunnen oplossen. Wat ook opluchtte is dat ze nu het heen-en-weer gesprek over hun precieze identiteit konden loslaten. Want eigenlijk is die identiteit niet sluitend te vatten in een snel veranderende context. Zo’n identiteit is bewegelijk. En zodra een identiteit wel wordt vastgesteld en vastgezet, kan het ook een beperkende en dwingende vorm krijgen omdat de omgeving voortdurend verandert. Hierdoor kun je het samenwerken uit het oog verliezen en vermoeid raken van eindeloze gesprekken.

Ik vond het een boeiende uitkomst en fantaseer nu verder hoe dit begrip in samenwerking ruimte en uitsluitsel kan geven. Nu ik erover nadenk, zie ik dat duurzame samenwerkingsverbanden waar ik deel van uitmaak, dat proces helder hebben van hoe we willen samenwerke . En niet geheel toevallig is dialoog dan een wezenlijke component. Dialoog in de zin van een onderzoekend gesprek waarin ieders inbreng waardevol is en het delen van ervaringen wezenlijk.

Hoe diep kun je je online verbinden?

Om me heen hoor ik deze dagen zeggen dat online videomeetings echt een uitkomst bieden.  En ik hoor ook dat de kwaliteit van online niet te vergelijken is met een echt fysiek treffen.

Maar is dat laatste waar? Klopt het dat een fysieke meeting een hogere ‘ontmoetingskwaliteit’ heeft?

Het is een onderzoek dat me al een tijdje bezighoudt en daarom bevraag ik mezelf en mensen om me heen erover.

  • Wat maakt een fysieke ontmoeting beter dan online?
  • Wat mis je als je elkaar online ontmoet? Wat zijn voordelen van online?
  • In hoeverre kun je online aanvoelen of horen of zien hoe het met de ander gaat?
  • Hoe open en eerlijk druk je jezelf online uit?
  • Wat is behulpzaam om je online veilig te voelen om je uit te spreken?
  • In hoeverre kun je nabijheid ervaren als je online in gesprek bent?
  • Wat is de toegevoegde waarde van elkaar kunnen aanraken?
  • Welke energetische verschillen ervaar je tussen online en fysiek ontmoeten?

Mijmerend over deze vragen kom ik steeds meer tot een nieuwe overtuiging. En deze overtuiging luidt dat er online veel meer en diepere verbinding mogelijk is dan ik ooit voor mogelijk had geacht. De beperkingen van wat er online mogelijk is, wordt veel meer door mijn denken bepaald dan door wat ik feitelijk ervaar.

Want feitelijk ervaar ik online zeer geregeld grote nabijheid. Ik ervaar – net als via de telefoon – dat ik heel persoonlijke en intieme ontmoetingen heb. Dat ik me getroost kan voelen als ik huil. Dat ik me opgeladen voel na een uitwisseling met mijn collega’s. En ook dat ik alles om me heen en mezelf even vergeet en IN het gesprek ben met elkaar.

Het is pionieren hoe we een prettige plek maken van een ongemakkelijk omgeving. Verken je mee wat de mogelijkheden zijn in de online ontmoeting? Hoe kunnen we hier meer mee? Kan het zijn dat er – eendachtig de quantum mechanica – eigenlijk geen afstand is tussen ons, omdat we ‘interconnected’ zijn en dat we dat ook steeds meer kunnen ervaren als we ons daarvoor openstellen?

Onderstromen in Duitsland

Anselm Kiefer
Anselm Kiefer – Dein goldenes Haar, Margarete

In 2016 schreef ik een artikel over onderstromen in de Duitse samenleving. Ik vond het een spannend onderwerp, omdat ik toen nog niet zo lang in Duitsland woonde en me afvroeg of ik recht van spreken had. Inmiddels ben ik bijna vier jaar verder en verdiep ik me in wat dialoog kan betekenen voor collectief trauma. Een online conferentie daarover maakte dat ik er helemaal ingedoken ben.

Daardoor herinnerde ik me wat ik in 2016 deed in relatie tot het collectieve trauma van Duitsland. Dat trauma voelde ik als nieuwkomer af en toe duidelijk. Ik haalde het artikel van stal, vertaalde het met wat hulp in het Duits en deel dat nu graag met wie interesse heeft.

Het artikel vertelt over mijn ontdekkingen in Duitsland over de Tweede Wereldoorlog, over Duits trauma, over de vluchtelingencrisis van 2013-2016 en hoe dat alles met elkaar te maken heeft. Ik organiseerde drie dialogen om meer te begrijpen over de onderstroom in Duitsland.

Artikel Onderstromen in Duitsland
Artikel Unterströme in Deutschland

Boek: Amanda Ridings – Pause for Breath

Op de eerste wereldwijde conferentie voor mensen die professioneel met dialoog bezig zijn, ontmoette ik vorige maand Amanda Ridings, de schrijfster van dit boek. We hadden een klik en een paar mooie gesprekken, dus was ik nieuwsgierig naar was ze had geschreven in 2011.
De ondertitel van het boek luidt: “Bringing the practices of mindfulness and dialogue to leadership conversations”. Interessant, dacht ik. En toen ging ik lezen…
Amanda Ridings heeft een boek geschreven dat staat als een huis. Ze nodigt je uit naar binnen en spreekt vervolgens tegen je. Dat zou kunnen uitmonden in een lange monoloog over leiderschap en dialoog, maar het effect ervan is anders. Ze spreekt tegen je, stimuleert je een oefening te doen, jezelf vragen te stellen en neemt je via haar persoonlijke ervaringen mee op een zoektocht naar hoe we goede gesprekken met elkaar kunnen voeren. Ze nodigt je uit na te denken over wat er omgaat in je hoofd, je lichaam en je aanwezigheid (ziel, geest) en hoe dat gesprekken met anderen beïnvloedt.
Het was een feest van herkenning in het begin en daarna introduceerde ze nieuwe elementen aan dialoog, waarvan ik me nog niet bewust was. Ze stelt bijvoorbeeld voor om naast de vier “speech actions” uit de standaardliteratuur over dialoog (move, oppose, follow and bystand) een vijfde daaraan toe te voegen: “making a silence”.
Ik vind dat een intrigerend voorstel. Want hoe maak je stilte? Kun je dat in je eentje of is dat een collectieve actie in een gesprek? En hoe onderneem je een collectieve impliciete actie? Wat is ervoor nodig in een groep om dat voor elkaar te krijgen? Dat het bijdraagt aan de kwaliteit van gesprekken om af en toe een pauze voor een ademtocht te nemen, daar zal iedereen het over eens zijn. Stilte kan je ruimte bieden voor een groter individueel en collectief bewustzijn en kan je helpen diepere wijsheid aan te boren, maar hoe doe je dat dan? Amanda Ridings brengt haar jarenlange ervaring als T’ai Chi beoefenaar in om hierin te ontwikkelen en te verkennen wat we in dialoog kunnen bewerkstelligen.
Als je meer over dialoog wilt weten en hoe je hele wezen (hoofd, hart, lijf, geest) kan bijdragen aan het voeren van de juiste gesprekken, dan kan ik je dit boek zeer aanraden. Het boek brengt fragmenten van wat we weten over goede dialoogvoering – of misschien zelfs het goede leven – bijeenbrengt tot een kloppend geheel. Het biedt een prachtig geïntegreerd verhaal dat heelheid ademt en uitnodigt om te experimenteren en te ontwikkelen.

Boek: Bart Brandsma – Polarisatie

[:nl]Soms lees je een boek dat iets doet verschuiven in jezelf. Nu, Polarisatie is zo’n boek. Het gaf me inzicht in hoe het huidige politieke en maatschappelijke klimaat ontstaat en gevoed wordt. Wat is de brandstof van het populisme? Heel interessant dus en het stelde mij ook voor vragen. Wat doe ik als het gaat om polarisatie? Wat helpt en wat maakt het erger? Het is goed je daarvan bewust te worden en dit boek van Bart Brandsma geeft in klare taal en kort en krachtig antwoord op deze vragen.
Ik was me nog niet zo bewust hoe het benadrukken van identiteit sterk bijdraagt aan polarisatie. En ook niet dat een tegen-argument kan bijdragen aan het versterken van de andere pool. Dat klinkt als een open deur en misschien ben ik wat langzaam in het bewust doorgronden van hoe het werkt, maar elke kant van de polen is dus dubieus gebied om in te verkeren.

Bart Brandsma gaat gelukkig verder dan een beschrijving van hoe polarisatie werkt. Hij geeft ook zijn ideeën over hoe de kracht van polarisatie te verminderen. En daar komt mijn vakgebied Dialoog om de hoek kijken. Hij pleit ervoor altijd bewust te werken aan het creëren van een sterk midden. Een midden waar de onderwerpen waarom het echt gaat (een bepaalde schaarste) in een dialogische context onderzocht kunnen worden. Dat het voor mensen en in het bijzonder politici de kunst is in het midden de juiste vragen te stellen en aandachtig te luisteren alvorens een ontwikkelingsrichting te kiezen of te stimuleren.

Eigenlijk is dit boek verplichte kost voor iedere politicus, maar eigenlijk zou iedereen het moeten lezen.[:]

Boek: Jos Kessels, Erik Boers, Pieter Mostert – Vrije ruimte

[:nl]Vrije ruimte, als we die toch maar meer voor onszelf konden organiseren. Vrije ruimte buiten de tijd om te reflecteren, te werken aan meesterschap en stil te staan bij de grote vragen. Zoals de ultieme vraag: Wat is het goede leven?

Een ondertitel van dit boek luidt: Klassieke scholing voor de hedendaagse praktijk. Dat is het precies. Op heel toegankelijke wijze met goede voorbeelden uit de praktijk, schetst dit drietal hoe we in deze tijd onze scholing ter hand kunnen nemen. Geen vakscholing, maar levensscholing. Via de grammatica (hoe te verwoorden), de retorica (hoe vrijmoedig te spreken) en de dialectica (hoe te redeneren) naar de ethica: het meesterschap.

Ik heb bijzonder genoten van dit boek, omdat het een verademing is weer stil te staan bij zorgvuldig redeneren in tijden van nepnieuws. En voor wie denkt dat het een rationele exercitie is, lees het boek: zowel hoofd, hart als buik worden aangesproken als bronnen van weten.

Naast veel nieuwe inzichten, sprak mij in het bijzonder aan het begrip ‘hegemonikon’. Dat is een begrip van de stoïcijnen voor “innerlijke stuurman”:

“De innerlijke stuurman doet niet alleen een beroep op mijn verstandelijke vermogens of argumentatieve vaardigheid, maar ook op mijn houding, de kwaliteit van mijn betrokkenheid, de aard van mijn verbondenheid met de kwestie en met de mensen die er een rol in spelen.”

Ik ga in mijn dagboek zo nu en dan in gesprek met deze innerlijke stuurman en dan doe ik vaak interessante ontdekkingen. Daar blijkt ook een term voor te zijn: reflectief dagboek schrijven. En ik vraag mezelf meteen af of dat ook niet een mooie vorm kan zijn om aan te bieden bij coaching. Kortom: voldoende inspiratie![:]

Boek: William Isaacs – Dialogue and the art of thinking together

[:nl]Hebben jullie dat ook wel eens, dat je een boek leest, er een potlood bij pakt en dan zo’n beetje alles gaat aanstrepen? Nou, zo’n boek is dit boek van William Isaacs. Ooit heb ik het diagonaal gelezen, maar nu drong de inhoud pas echt tot me door.

Het boek uit 1999 is een soort bijbel van dialoog. Isaacs is erin geslaagd in 400 bladzijdes de essentie te vatten van het waarom van dialoog, maar geeft tegelijkertijd ook praktische handvatten voor dialoogvoering. Het boek heeft ook een gelaagdheid, waardoor je als beginner misschien weer andere dingen leest dan als ervaren dialoogbeoefenaar.

Het boek begint met uitleg over wat dialoog is. Daarna behandelt Isaacs wat nodig is om een goede dialoog te voeren:

  • 4 vaardigheden: luisteren, respecteren, oordeel opschorten en je uitspreken
  • voorspellende intuïtie over patronen in gedrag
  • een goede setting creëren.

Isaacs geeft bij alles wat hij aandraagt aansprekende voorbeelden.
Hij eindigt het boek met  mogelijkheden voor toepassing van dialoog, zowel in zakelijke als in maatschappelijke context.

Voor mij is het extra leuke dat Isaacs allerlei andere onderzoekers aan het woord laat of citeert waarin ik me al eerder heb verdiept: Argyris, Bohm, Schön, Scharmer, Senge, Bateson, Schein, Zohar, Beer, Wilbur, Wheatley. En ook relatief nieuwe namen die nieuwe werelden openen: Kantor, Garrett. Het is daardoor een integrerend boek waarin veel samenkomt. Al met al een aanrader voor iedereen die professioneel aan de slag is of wil gaan met dialoog.[:]