Joan Freeman heeft 35 jaar lang meer dan 200 kinderen gevolgd op hun reis door het leven. Zowel gewone kinderen als hoogbegaafde kinderen. Omdat ze zo’n lang en uitgebreid onderzoek (testen, regelmatig terugkerende diepte interviews) heeft gedaan, kan ze conclusies trekken over de impact van hoogbegaafdheid op de levens van de betrokkenen. De ondertitel van het boek luidt dan ook: “What happens when giften children grow up”.
In het boek beschrijft ze twintig portretten van opgroeiende kinderen/tieners/volwassenen. Ze schrijft helder en toegankelijk en met een frisse scherpte die haar onderzoeksobjecten en hun opvoeders niet spaart. Ze heeft door de jaren heen vanzelfsprekend met velen van hen een band opgebouwd, maar ik heb het idee dat dat haar objectiviteit niet hindert.
In bijna ieder verhaal belandt ze op een punt (zo rond 12-14 jaar) waarbij ze schrijft “als ik nu gestopt was met mijn onderzoek dan was het verhaal een success story geweest”. Maar Freeman gaat door en maakt zichtbaar hoe verwachtingen en druk invloed hebben op de emotionele gezondheid van hoogbegaafde (jong)volwassenen. Het hangt erg af van de persoonlijkheid van de kinderen of ze hun enorme mogelijkheden ook weten te benutten in het leven. Veel van hen gaan door een crisis voordat ze echt hun weg vinden met de capaciteiten die ze hebben.
Een paar citaten die mij aanspraken:
Hoe mensen omgaan met tegenslag is wezenlijk voor hoe ze omgaan met hun hoogbegaafdheid. (p 5)
Als hoogbegaafd gelabelde kinderen hadden veel vaker emotionele problemen dan niet gelabelde kinderen. (p 10)
Hoogbegaafdheid is niet de oorzaak van emotionele problemen bij hoogbegaafden. De emotionele problemen zijn het gevolg van de reacties van anderen op hun uitzonderlijkheid. (p 22)
Druk om te presteren kan bij hoogbegaafden leiden tot perfectionisme of het alternatief, namelijk je brainpower inhouden omdat dat je populariteit ten goede komt. (p 29)
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat hoogbegaafden niet meer dan anderen last hebben van psychiatrische/ psychologische aandoeningen. Juist het omgekeerde geldt, ze zijn juist heel sterk en goed in staat met moeilijkheden om te gaan. Maar als het mis gaat, als een kind vreemd wil zijn, dan kan hij daar heel effectief in zijn als hij hoogbegaafd is. (p 45)
Voor ouders is het koorddansen om hoogbegaafden op te voeden. Een groot deel van de problemen wordt veroorzaakt door gebrek aan communicatie, vooral als het probleem van te hoge druk op het kind niet wordt gezien/ erkend. (p 60)
Verveling op school, daarover klagen ouders meer dan de kinderen zelf. Verveling heeft meestal twee oorzaken:
– problemen thuis waardoor ze psychologische verwarring ervaren en zich moeilijker kunnen concentreren;
– anders denken dan de school van hen verwacht. Ze hebben een levendige originele brein. Hun frisse/andere benadering wordt terzijde geschoven door school. (p 109-110)
Onderpresteren is veelvoorkomend. Het verminderen van een kind’s eigenwaarde, het stereotyperen van een genderrol of negatieve sociale houding kunnen allemaal bijdragen aan een beperking van de ontwikkeling van een kind. (p 290)
Hoogbegaafden zijn beter uitgerust om om te gaan met de ‘slings and arrows of outrageous fortune’ (Hamlet). Uit het onderzoek bleek juist de buitengewone kracht van hoogbegaafden en getalenteerden om te gaan met problematische opvoeding, plotselinge veranderingen in het leven, fysieke beperkingen, constante put-downs, valse verwachtingen, armoede, gebruikt worden in het voordeel van anderen en zo voort. (p 296)