Braam schrijft altijd boeken waarin fictie en werkelijkheid door elkaar heen lopen. Dat maakt haar boeken boeiend en ik vind het een prettige manier van schrijversengagement; een onderwerp waarover de laatste maanden nogal is gediscussieerd in NRC. Bovendien vergroot het de kennis van de lezer over allerlei tot dat moment onzichtbaar onrecht in ons (recente) verleden.
Het boek gaat over een jonge man die voor de fabriek inkopers van cocaïne afreist om duizenden kilo’s aan de man te brengen. Hij is erg succesvol en verdient er een goede boterham aan. Van de provisie van één van zijn deals koopt hij bijvoorbeeld een Harley Davidson. Kennelijk zitten er grote marges op de verkoop van de cocaïne. Zijn afnemers zijn de landen die op dat moment verwikkeld zijn in de Eerste Wereldoorlog. Zij gebruiken het spul om hun soldaten de moed te verschaffen om uit de loopgraven te klimmen en te vechten. De tweede hoofdpersoon is een van die soldaten. Al gauw blijkt dat de Nederlandsche Cocaïne Fabriek de grootste producent van cocaïne ter wereld is en met medeweten van de Nederlandse Staat dit giftige goedje tegen hoge winsten over de wereld verspreid. Een nauwelijks voorstelbaar, maar gruwelijk realistisch feit.
Video waarin Conny Braam vertelt over het boek.
Geef een reactie